De B-dagen: Blaise Pascal Dagen

In de klassen van de leerjaren 1, 2 en 3 zijn 28 oktober, 9 januari, 25 maart en 16 juni dagen waarop de leerlingen geen les hebben maar wel voor school aan het werk zijn. Dit vraagt om een toelichting.
Eén van de vaardigheden die wij bij onze leerlingen aanspreken, is die van zelfstandig werken. Verdeeld over het schooljaar krijgen alle leerlingen vier thuiswerkdagen waarop zij zelfstandig werken om deze vaardigheid te verbeteren: vier ‘B-dagen’. Deze titel ‘B-dagen’ is een verwijzing naar de voornaam van de naamgever van onze school: Blaise Pascal.
De B-dagen zijn altijd daags voor het begin van de toets-weken van de bovenbouw. Voor de bovenbouwleerlingen geldt dat de B-dagen studiedagen zijn ter voorbereiding van de toetsen.
Op de eerste drie B-dagen (28 oktober, 9 januari, 25 maart) werkt de leerling uit de leerjaren 1, 2 en 3 steeds aan twee gestructureerde en gerichte opdrachten – van twee verschillende vakken – die de zwaarte hebben van ongeveer vier klokuren per opdracht. Tijdens de schooldag na de B-dag levert de leerling zijn werk bij de betreffende vakdocent in. Deze opdrachten tellen mee als toets-cijfer voor de overgang.
De vierde B-dag, op 16 juni 2020, is daags voor de afsluitende toetsweek van zowel de onder- als bovenbouw. Voor leerlingen die daar beter aan hun opdrachten kunnen werken, is de mediatheek op de B-dagen opengesteld. De B-dagen bieden de docenten gelegenheid om hun onderwijs te verbeteren en verder te ontwikkelen. Zij werken op deze dagen op school.
Op 28 oktober, de eerste B-dag, hebben leerlingen B-opdrachten van de volgende vakken:
Klas 1: Engels en levo (1B ) of wiskunde (1ACDE)
Klas 2: biologie en handvaardigheid (2BDF) of bewegingsonderwijs (2ACE)
Klas 3: Duits en Nederlands
